Autotest: Volkswagen EOS 2.0CRTDI 140HP

De testrit met de Passat CC was in mijn ogen toch niet zo een onverdeeld succes, en dat verbaasde de verkoper wel. Misschien was de CC eigenlijk toch niet de auto waar ik naar zocht, als verstokte cabriorijder. Ik kon namelijk wel leven met een verminderde hoofdruimte of beenruimte, zolang dat daar iets tegenover stond zoals een sportief karakter en ontwerp, of een cabriodak. De CC kon me geen van beiden geven.

Ofdat ik dan interesse had in een proefrit met een Eos? De Volkswagen Eos had ik al enige tijd zien rijden, en stiekem vond ik het toch wel een leuke wagen, hoewel het ontwerp achteraan ook een dikke kont had. Ik had het model gezien in Detroit in 2006, en vroeg me af ofdat deze cabrio met metalen dak ook dezelfde nadelen had als andere cabrio’s met zo’n dak: een beperkte, moeilijk bereikbare kofferruimte, onder een zwaar dak.

Ik had daarvoor al eens een jaartje in een coupé-cabrio gestuurd, een Opel Tigra Twintop, en wat ik van die TwinTop herinnerde was dat dat stalen dak ook wel weer voordelen had, maar ik er netto misschien zelfs wat meer coupé mee reed dan topless.

Bon, 7 dagen later mocht ik de Eos van de bazin even uitlaten. Een 2 liter aangedreven TDI met Common Rail technologie, die 140 pk beloofde uit te braken. Optisch was de Eos uitgerust met het Individual pakket wat voor andere lichtmetalen velgen met chroom-effect inhoudt, samen met lederen interieurbekleding in twee kleuren met het Individual-logo in de hoofdsteunen gestanst. Het dashboard is van een zachtere kunststofsoort dan in de CC en geeft een hogere kwaliteitsindruk. De auto werd gestart met een simpele klassieke klapsleutel, wat heel wat eenvoudiger te gebruiken was dan de sleutelcombinatie in de CC. Het duurde dus niet lang alvorens we topless doorheen de Haspengouwse steegjes stuurden, met de zetelverwarming onder onze billen.

Al snel wordt duidelijk dat dit geen zware Passat is, maar deze auto al heel wat agieler in de omgang is. Bochten worden met plezier genomen, en het open effect van het dak versterkt het snelheidsgevoel – hoewel ik met de 140 pk toch al snel illegaal grote stappen aan het zetten was. De motor heeft nog altijd het typische VAG-turbogat, maar als je ‘m in de juiste toerentallen houdt kan je enkel maar met een brede grijns in deze auto zitten. De zetels zitten comfortabel, en het stuur ligt ook vrij goed in de hand. Het benadert de luxe van een M3-stuur in een 1- of 3-serie niet, maar ach. Schakelen gaat vlot doorheen de zes versnellingen, en er is ook genoeg remkracht voorradig om snel te stoppen, zonder dat de auto daarvoor stevig uit balans geraakt.

Wat snel m’n aandacht trekt is de warmte in de auto. Vanaf de dealer heb ik het dak automatisch geopend, en niet de moeite genomen om het windscherm op te zetten, maar 5 kilometer verder ben ik op deze koude zaterdagochtend genoodzaakt om de airco toch enkele graden lager af te stellen – en dat in m’n tshirt. De Eos slaagt er in om als cabrio voor de voorinzittenden toch maar een beperkte luchtcirculatie te veroorzaken, waardoor je dus heel wat minder met windscherm gaat rondrijden. Heb je dan toch nog last van de wind, kan je uit de stijl van de voorruit een winddeflector laten opspringen die de wind in een boog rondom het binnencompartiment deflecteert, en je zo nog minder lastige windwervelingen krijgt. En wil je dan helemaal niet cabrio rijden, kan je het eerste deel van het driedelige stalen/glazen dak nog kantelen of openen zoals een klassiek dakraam. En die zetelverwarming, zet die maar af als je geen gestoomde geslachtsorganen wil.

Het dak zelf doet er ongeveer een 20 seconden over om zichzelf te transformeren van coupé naar cabrio en vice versa. Het ingenieuze systeem schuift de achterruitconstructie over de twee dakdelen, en slaat de bovenste raamstijlen op in de achterflanken. Wat overblijft is een kofferruimte waar je toch nog eenvoudig aan kan, en een koffer die klassiek geopend kan worden. En vanzelfsprekend kan je de gehele kofferruimte gebruiken als je het dak sluit.

Ik moet toch eerlijk even zijn en toegeven dat ik de achterbank ook even wou testen. En verbazend genoeg blijkt dat er genoeg beenruimte is om een persoon van mijn formaat in op te slaan. Met het dak gesloten zit ik met even weinig hoofdruimte als in een Passat CC, maar ik denk dat ik geen vrienden wil die in een Eos willen zitten terwijl het dak gesloten is. De achterzetels zitten lekker, en ik durf zelfs zeggen ruimer dan in een BMW 1 of 3 cabrio. En dat zegt veel, als je er ook de prijzen naast legt.

Het is dan pas op de snelweg, boven 120 km/u, dat ik merk waar het verschil zit tussen een Eos en de voornoemde dakloze concurrenten uit Beieren. Aan 140 pk is de commonrail een vrij stille diesel met voldoende ademruimte tot 160 km/u, en je moet al je rijbewijs op het spel zetten om het voordeel van een 120d of 320d te merken tegenover deze Eos. De prijs van de Eos is in die versie dan ook nog eens makkelijk 5 to 15000€ goedkoper, dus moet je al gaan neuzelen over touchscreen vs iDrive, achterwielaandrijving, linkerbaanpresence of blaftrips door Duitsland om de meerkost te rechtvaardigen. De 320d cabrio vind ik de Betere Auto, maar ik kan niet meer zeggen waarom…

De hele fotoreeks: http://www.shush.com/gallery/v/various/auto/car_tests/vw_eos_2_0crtdi/

 

wooter

 

Geef een reactie

css.php
%d